Welke weg legt voedsel af door je lichaam?

 

Spijsvertering bestaat uit twee woorden: spijs en vertering.
Wat wilt dat nu juist zeggen? 
Het woord spijs betekend letterlijk 'voedsel' en het woord vertering betekend 'verwerken of verwerkt worden'. 
Dus spijsvertering is het verwerken van voedsel... maar verwerken tot wat?

Spijsvertering is de volledige weg die voedsel aflegt foor het lichaam zodat een voedingsmiddel omgezet wordt in voedingstoffen.
Het grote doel is om de voedingstoffen te kunnen opnemen in het bloed!
Eureka we hebben het gevonden!

Klaar om de weg af te leggen? Hier gaan we!
Allereerst moeten wij ons kunnen oriënteren in het spijsverteringsstelsel, zodat we de weg niet kwijt geraken.
Om dit te doen moeten we weten welke organen deel uit maken van de spijsvertering.
Maak dus voor je verder gaat eerst de opdracht 'Welke organen maken deel uit van de spijsvertering?'. 

Mondholte

Zodra er voedsel in je mond komt, begin je te kauwen.
Hoe zit dat? Wat is de functie van kauwen? 
Om dat te achterhalen kan de je de opdracht 'Waarom kauwen?' maken, echt eentje om je tanden in te zetten!

 

Slokdarm

In hoek 3 heb je al reeds kennisgemaakt met de slokdarm en de functie aan de hand van een proefje. 
Zo heb je geleerd dat de spieren (kringspieren en lengtespieren), van de slokdarm, ritmisch samenknijpen boven een voedselbrok. Zo duwen ze de brok steeds een stukje verder. 
Deze ritmische knijpbeweging noem je de peristaltische beweging of kortweg de peristaltiek. 
In bijna alle spijsverteringsorganen gebeurt deze manier van doorgeven (dunne darm, dikke darm, endeldarm, …)

Interessant om te weten!
Wanneer je aanhoudende last hebt van je maag zal de dokter een endoscopie voorschrijven.
Dat is een onderzoek waarbij men met een camera (bevestigd aan een lange buis) via de mond tot in de maag kan kijken.

 

Maag

Uiteindelijk komt het voedsel in de maag terecht. Je kunt die een beetje vergelijken met een betonmolen. 
Maak de opdracht 'Een betonmolen als maag'.

Dunne darm 

In hoek 1 en hoek 3 heb je de functie van de dunne darm en de verteringssappen die toekomen in de dunne darm bestudeerd. 
Hier gaan we verder op in met de opdracht 'Er moet iets van mijn lever.'. 

 

Dikke darm 

De voorlaatste stap in het verteringsproces gebeurt in de dikke darm. 
De onverteerde voedselresten komen in de dikke darm. Ze bevatten nog veel water, dat er moet uitgehaald worden. Dat is het indikken van de stoelgang of de reabsorptie van water.
Wanneer dit indikken of reabsorptie niet of onvoldoende gebeurt, krijg je diarree.
 

Blinde darm

De blinde darm is het doodlopende stukje van de dikke darm. 
Aan de ene kant mondt de dikke darm uit in de anus, en aan de andere kant hen je de blinde darm, die eindigt in het wormvormige aanhangsel: de appendix.
Maak de opdracht: 'Ken jij jou darmen?'. 

 

Endeldarm

De stoelgang wordt opgeslagen in het laatste stukje van de dikke darm: de endeldarm.
Wanneer deze opslag vol is, voel je vaak wat krampen of knagingen waardoor je weet dat je naar het toilet moet. De eindopening van de endeldarm is een sluitspier: de anus of aars. 
Lees zeker de tekst 'Wat je misschien nog niet wist over de stoelgang'.